Israëlische eisen: ernstige bedreiging voor humanitaire operaties
07/05/2025


De Israëlische overheid vaardigde nieuwe registratieregels voor internationale ngo’s die actief zijn in Israël of de bezette Palestijnse gebieden uit. De voorwaarden waaraan organisaties moeten voldoen, zijn onaanvaardbaar en brengen de levensreddende humanitaire hulp in gevaar. Samen met 54 andere internationale ngo’s roept Plan International overheden, donoren en de internationale gemeenschap op om de toegang tot de bezette Palestijnse gebieden te herstellen, met respect voor het internationaal humanitair recht.
De ondergetekende 55 organisaties die actief zijn in Israël en de bezette Palestijnse gebieden (oPt) roepen de internationale gemeenschap op tot dringende maatregelen tegen de nieuwe Israëlische registratieregels voor internationale ngo's.
Deze regels, gebaseerd op vage, brede, gepolitiseerde en open criteria, lijken bedoeld om controle uit te oefenen op onafhankelijke humanitaire, ontwikkelings- en peacebuildingoperaties, om pleidooien op basis van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten het zwijgen op te leggen en om de Israëlische controle en de facto annexatie van de bezette Palestijnse gebieden verder te versterken.
Al meer dan anderhalf jaar zetten humanitaire organisaties hun werk voort ondanks de ongeëvenaarde beperkingen. In 2024 hebben zij miljoenen mensen in de oPt voorzien van levensnoodzakelijke diensten, van voedsel en water tot mobiele ziekenboegen, rechtsbijstand en onderwijs. De nieuwe registratieregels dreigen nu een einde te maken aan dit werk. Deze maatregelen gaan verder dan louter routinebeleid: zij vormen een ernstige verscherping van de beperkingen van de humanitaire en civiele ruimte en dreigen een gevaarlijk precedent te scheppen.
Volgens de nieuwe bepalingen kunnen internationale ngo's die al in Israël zijn geregistreerd, worden geschrapt. Nieuwe aanvragers lopen het risico te worden afgewezen op basis van willekeurige, gepolitiseerde beschuldigingen, zoals “het ondermijnen van de legitimiteit van Israël” of het openlijk steunen van het ter verantwoording roepen van Israël voor schendingen van het internationaal recht. Andere redenen voor diskwalificatie zijn onder meer openbare steun voor een boycot van Israël in de afgelopen zeven jaar (door personeel, een partner, een bestuurslid of een oprichter) of het niet voldoen aan uitgebreide rapportagevereisten. Door humanitaire hulp en mensenrechtenactivisme af te schilderen als een bedreiging voor de staat, kunnen de Israëlische autoriteiten organisaties uitsluiten louter omdat zij zich uitspreken over de omstandigheden ter plaatse, waardoor internationale ngo's worden gedwongen te kiezen tussen het verlenen van hulp en het oproepen tot respect voor het recht op bescherming van de getroffen bevolking.
Internationale ngo's zijn bovendien verplicht om bij hun registratieaanvraag een volledige lijst van hun personeelsleden en andere gevoelige informatie over medewerkers en hun families aan Israël te verstrekken. In een context waarin humanitaire hulpverleners en gezondheidswerkers regelmatig blootgesteld zijn aan intimidatie, detentie en directe aanvallen, zorgt dit voor ernstige bezorgdheid over hun veiligheid.
Deze nieuwe regels maken deel uit van een bredere, langdurige aanval op de humanitaire en civiele ruimte. Dat uit zich in verscherpt toezicht en aanvallen, en een resem maatregelen die de toegang voor humanitaire hulpverleners beperken, de veiligheid van het personeel in gevaar brengen en de fundamentele beginselen van humanitaire hulpverlening ondermijnen. Deze maatregelen staan niet op zichzelf, maar maken deel uit van een breder patroon dat onder meer het volgende omvat:
- Het blokkeren of vertragen van hulp door willekeurige bureaucratische beperkingen, logistieke obstakels en totale belegeringen, waardoor Palestijnen geen toegang hebben tot essentiële levensreddende hulpgoederen.
- Het doden van meer dan 400 humanitaire hulpverleners in Gaza, het verwonden en vasthouden van talloze anderen en het herhaaldelijk aanvallen van gemarkeerde en aangemelde humanitaire gebouwen, faciliteiten of konvooien.
- Het aannemen van wetgeving die tot doel heeft de activiteiten van UNRWA, de grootste verstrekker van essentiële diensten aan Palestijnen, te beperken.
- Het opstellen van wetgeving om een belasting tot 80 procent te heffen op buitenlandse overheidsfinanciering voor Israëlische ngo's, terwijl deze organisaties geen beroep kunnen doen op de Israëlische rechtbank. Dit geldt ook voor organisaties die als partners van internationale ngo's hulp verlenen en bescherming bieden in gemeenschappen die te maken hebben met ontheemding, sloop of geweld door kolonisten.
- Het opschorten van werkvisa voor internationaal personeel en het intrekken van vergunningen voor Palestijnen die op de Westelijke Jordaanoever wonen om toegang te krijgen tot Jeruzalem, waardoor de activiteiten ernstig worden verstoord.
- En nu wordt de registratie van internationale ngo's afhankelijk gemaakt van politieke en ideologische instemming, waardoor de neutraliteit, onpartijdigheid en onafhankelijkheid van humanitaire actoren worden ondermijnd.
Volgens het internationaal humanitair recht zijn bezettingsmachten verplicht om onpartijdige humanitaire hulp te faciliteren en het welzijn van de beschermde bevolking te waarborgen. Elke poging om humanitaire toegang afhankelijk te stellen van politieke instemming of organisaties te bestraffen voor het vervullen van hun mandaat, brengt dit kader in gevaar. Het Internationaal Gerechtshof (ICJ) heeft Israël in 2024 in drie juridisch bindende voorlopige maatregelen opgedragen humanitaire hulp ongehinderd toe te laten tot Gaza. Deze nieuwe regels breiden echter de bestaande belemmeringen voor hulpverlening uit en institutionaliseren deze.
Wij roepen overheden, donoren en de internationale gemeenschap op om:
- Alle mogelijke middelen in te zetten om humanitaire operaties te beschermen tegen maatregelen die de neutraliteit, onafhankelijkheid en toegang in gevaar brengen, waaronder vereisten over personeelslijsten, politieke screening en vage intrekkingsclausules.
- Concrete politieke en diplomatieke maatregelen te nemen die verder gaan dan uitingen van bezorgdheid, om ongehinderde humanitaire toegang te waarborgen en de uitholling van principiële hulpverlening te voorkomen.
- Internationale ngo's en Palestijnse en Israëlische middenveldorganisaties te ondersteunen door middel van juridische bijstand, diplomatieke steun en flexibele financiering om juridische, financiële en reputatierisico's te beperken. Donoren moeten principieel humanitair en mensenrechtenwerk verdedigen.
De 55 ondertekende organisaties benadrukken dat deelname aan het registratieproces om cruciale humanitaire operaties te behouden, niet mag worden geïnterpreteerd als goedkeuring van deze maatregelen.
Deze 55 organisaties blijven zich inzetten voor de levering van humanitaire hulp, samen met ontwikkelings- en peacebuildingactiviteiten die onafhankelijk, onpartijdig en op behoeften gebaseerd zijn, in volledige overeenstemming met het internationaal recht en de daaruit voortvloeiende humanitaire beginselen. Internationale ngo’s staan klaar om te goeder trouw met de Israëlische autoriteiten samen te werken aan administratieve processen, maar kunnen geen maatregelen aanvaarden die principieel humanitair werk bestraffen of personeel blootstellen aan vergeldingsmaatregelen. Deze maatregelen ondermijnen niet alleen de hulp in de bezette Palestijnse gebieden, maar scheppen ook een gevaarlijk precedent voor humanitaire operaties wereldwijd.