Wat is gender? Betekenis, verschillen en ongelijkheden uitgelegd

Zion, een non-binaire persoon uit Nepal, gebruikt schilderijen om leeftijdsgenoten bewust te maken van genderdiversiteit en de invloed van klimaatverandering op de lgbtqia+-gemeenschap.

Dromen van een carrière als rallyrijdster of als jongen kunnen huilen zonder dat er denigrerende opmerkingen op volgen: zo zou gendergelijkheid er in de praktijk uitzien. Toch blijven onzichtbare codes onze kleding, onze emoties en zelfs onze lonen beïnvloeden. In dit artikel breken we los uit de beperkende patronen en zetten we het concept gender centraal. We geven concrete suggesties zodat alle mensen, ongeacht welke identiteit ze uitdragen, zich zonder enige beperking kunnen ontplooien. 

In de les, in de pers, zelfs op je Insta-feed: het woord ‘gender’ duikt overal op. Het wordt vaak verward met biologisch geslacht, maar dat zijn twee heel verschillende concepten. Daarom nemen we beide termen eerst onder de loep.

1. Gender en geslacht: wat is het verschil?

Geslacht verwijst naar fysieke kenmerken (chromosomen, hormonen, voortplantingsorganen), terwijl gender verwijst naar de rollen, verwachtingen en uitdrukkingen die soms al vóór je geboorte vastliggen. 

Zo krijg je misschien een roze body’tje aan omdat er bij je geboorte werd bepaald dat je een meisje bent. Enkele jaren later krijg je voor Sinterklaas geen Lego Technic-bouwpakket, wel een keukentje. In feite heeft je lichaam (biologisch geslacht) niets met deze keuzes te maken. Het gaat om sociale regels (gender) die in de loop der tijd steeds minder bewegingsvrijheid bieden en de rollen die van jou verwacht worden, beetje bij beetje vastleggen. 

Inzicht in het onderscheid tussen (biologisch) geslacht en (sociaal) gender is een echte gamechanger: de ongelijkheden waar meisjes op botsen, komen scherper naar voren, en de maar al te vaak onzichtbare leefwereld van mensen die niet in de binaire cisgender normen passen (transgender, intersekse, non-binair, agender enz.), komt bloot te liggen. 

De Engelse term gender benoemt die sociale realiteit expliciet en maakt het debat onvermijdelijk: de weg ligt nu open naar de erkenning van meervoudige identiteiten en naar inclusievere rechten voor iedereen. 

2. Hoeveel genders zijn er? Identiteiten uitgelegd

Belangrijkste definities 

Wanneer we het over ‘gender’ hebben, worden meerdere termen regelmatig (door elkaar) gebruikt. Om alle misverstanden te vermijden, sommen we ze hier op: 

  • Vrouw: een persoon die zich identificeert als vrouw, ongeacht het geslacht dat haar bij de geboorte werd toegewezen. 
  • Man: een persoon die zich identificeert als man, ongeacht het geslacht dat hem bij de geboorte werd toegewezen. 
  • Cisgender: een persoon van wie de genderidentiteit overeenkomt met het geslacht dat bij de geboorte werd toegewezen (mannelijk of vrouwelijk). 
  • Transgender: een persoon van wie de genderidentiteit verschilt van het toegewezen geslacht. 
  • Non-binaire persoon: een persoon die zichzelf niet uitsluitend in de categorie ‘vrouw’ of ‘man’ herkent. 
  • Genderfluïde: veranderende identiteit, het gendergevoel kan doorheen de tijd variëren. 
  • Agender of genderloos: een persoon die de genderidentiteit minder sterk aanvoelt, of die een neutrale, niet-geïdentificeerde genderidentiteit heeft, of deze niet wil benoemen. Bij sommige agender personen is het gendergevoel totaal afwezig, terwijl anderen zich liever niet identificeren met een specifieke categorie of specifiek label. 
  • Transitie: sociaal, medisch en administratief traject om iemands genderidentiteit en genderexpressie / lichaam / documenten op elkaar af te stemmen. 
  • Genderdysforie: pijn en ongemak als gevolg van de discrepantie tussen iemands waargenomen gender en het toegewezen geslacht (zowel op sociaal als lichamelijk vlak). 
  • Intersekse: een persoon die geboren is met geslachtskenmerken (chromosomen, hormonen, voortplantingsorganen) die niet overeenkomen met de typische medische definities van wat ‘mannelijk’ of ‘vrouwelijk’ is. Jammer genoeg blijft binariteit in veel landen de norm. Dat leidt tot onnodige operaties bij baby's, geen geschikte administratieve categorieën en school- en sportieve opleidingen die geen keuzemogelijkheid bieden. Door het bestaan van intersekse mensen te erkennen, erkennen we dat er binnen de biologie soms meer diversiteit aanwezig is dan we denken. We zien in dat elke lichamelijke variatie rechten moet krijgen (inzake zorg, identiteit en zelfbeschikking), zonder dat er sprake is van stigmatisering of geweld. 
  • Genderexpressie: de manier waarop personen hun gender tonen aan de buitenwereld, door middel van hun kleding, kapsel, stem, gebaren enz. Een persoon kan gezien worden als vrouwelijk, mannelijk, een mengeling van beide of geen van beide. Iemands genderexpressie en genderidentiteit hangen niet noodzakelijk samen. Iemand die zich vrouwelijk kleedt, identificeert zich niet noodzakelijk als vrouw of als non-binaire persoon. 
  • Queer: een aanvankelijk denigrerende en overkoepelende term die de betrokkenen zich opnieuw hebben toegeëigend. Het gaat om iedereen die zich niet erkent in de hetero/cisgender-norm: seksuele oriëntaties uit het lgbtqia+-spectrum en/of genderidentiteiten die buiten de man/vrouw-tweedeling vallen. Sommige mensen gebruiken het woord als een identiteit op zich, anderen zien het als een uithangbord voor inclusiviteit. 
  • Lgbtqia+: acroniem voor Lesbisch, Gay (homoseksueel), Biseksueel, Transgender, Queer (of Questioning), Intersekse, Aseksueel (of Agender), en ‘het plusje’ voor alle andere niet-hetero/cis identiteiten. De term benadrukt de diversiteit aan ervaringen en het belang van een inclusieve benadering. 

Getuigenis van de 18-jarige Astrid, een transgender meisje uit het Peruviaanse Loreto. 

Ik wil andere jongeren laten zien dat transgender zijn je niet hoeft te belemmeren. Het maakt niet uit wie je wil zijn in dit leven, jouw keuze is prima. We zijn allemaal vrij om ons uit te drukken zoals we willen. Ik weet dat ik de verantwoordelijkheid heb om mijn verhaal op de juiste manier te vertellen, om te blijven leren en om al het mogelijke te doen om de manier te veranderen waarop trans personen in de maatschappij worden gezien en behandeld.

De 18-jarige Astrid is een transgender meisje uit Peru en wil andere trans personen aanmoedigen om zich in alle vrijheid te uiten.

Meer weten over dit onderwerp? De Belgische vereniging Genres Pluriels biedt je een gedetailleerde woordenlijst (in het Engels) over de term ‘trans’ en çavaria heeft een verklarende woordenlijst voor terminologie rond seksualiteit en gender. Handig om je woordenschat te verfijnen. 

Specialisten gebruiken trouwens steeds vaker het acroniem SOGIESC (Sexual Orientation, Gender Identity and Expression and Sex Characteristics) om het hele spectrum aan seksuele oriëntaties, genderidentiteiten, -expressie en geslachtskenmerken te vatten. Deze brede term herinnert ons eraan dat het tegelijkertijd gaat om wie we zijn, wie we aantrekken, de manier waarop we ons uitdrukken en onze biologie. 

Het respecteren van ieders identiteit 

Ieders genderidentiteit respecteren komt vaak neer op aandacht voor details. Zo tonen we aan dat we bereid zijn om te luisteren, dat we openstaan voor de ander.  

Het begint allemaal met het respecteren van voornaamwoorden en voornamen. Het is erg belangrijk om de naam te gebruiken die de persoon heeft gekozen, en niet de deadname, de naam die iemand bij de geboorte heeft gekregen, maar die door die persoon niet langer als de eigen naam erkend wordt. 

Door simpelweg te vragen: “Welke voornaamwoorden gebruik je?” vermijd je dat je veronderstellingen gaat doen en de ander een identiteit oplegt. Wanneer je de voornaamwoorden gebruikt die de persoon in kwestie zelf heeft gekozen (zij, hij, die of iets anders), toon je dat je de ander erkent.  

Ook belangrijk om te weten is dat sommige mensen neo-voornaamwoorden gebruiken om hun genderervaring beter weer te geven. Het gaat om gecreëerde voornaamwoorden zoals zhij/zhaar, die nog niet in het woordenboek voorkomen. Het voornaamwoord dat iemand kiest, komt trouwens niet altijd overeen met de genderidentiteit. Zo kan een non-binaire persoon die bij de geboorte als meisje werd beschouwd, voor het voornaamwoord hij kiezen in plaats van hen of die. Kortom: de juiste voornaamwoorden gebruiken is de basis om iemands identiteit te respecteren. 

Gebruik daarnaast ook inclusieve of genderneutrale taal. Zeg bijvoorbeeld ‘de studenten’ in plaats van ‘meisjes en jongens’ en vermijd genderspecifieke uitdrukkingen zoals ‘mankracht’, ‘bemannen’ enz. Ook de overheid blijft trouwens niet achter: dit najaar komen er genderneutrale verkeersborden. 

Door aandacht te hebben voor die kleine dingen, creëer je een omgeving waarin elk individu zich gezien, gehoord en volledig erkend voelt. 

Gender buiten het Westen 

In veel delen van de wereld overschrijdt gender de simpele tweedeling tussen mannen en vrouwen. Mensen met een ‘aparte’ genderrol vervullen sociale verantwoordelijkheden, spirituele rollen of rituele functies die mijlenver verwijderd zijn van onze westerse opvattingen.  

Al lang voor de opkomst van queer theorieën in Europa werden meervoudige en veranderende identiteiten erkend in samenlevingen in Azië, Oceanië en Amerika. Zij bieden mensen al van oudsher de mogelijkheid om ook op andere manieren helemaal zichzelf te zijn. Enkele bekende voorbeelden: 

  • Hijra: worden in India en Pakistan als ‘derde geslacht’ erkend en spelen soms een ceremoniële rol bij geboortes en huwelijken. 
  • Fa'afafine: mensen die in Samoa vaak familiale en sociale taken op zich nemen en die de man/vrouw-tweedeling overstijgen. 
  • Two-spirit: overkoepelende term die door sommige inheemse bevolkingsgroepen in Noord-Amerika wordt gebruikt om bepaalde spirituele en sociale genderrollen te benoemen. 

Die voorbeelden herinneren ons eraan dat het westerse lgbtqia+-spectrum niet alle belevingen omvat. 

3. Genderrollen en -stereotypen

Om te begrijpen hoe ongelijkheden ontstaan, moeten we kijken naar hun voedingsbodem: stereotypen. Die pasklare opvattingen – “meisjes zijn lief”, “jongens zijn sterk” – worden zonder enige nuance op een volledige groep toegepast, zonder na te gaan of ze echt de werkelijkheid weerspiegelen. 

Vergelijk het met een soort onzichtbare software: stereotypen programmeren hoe we naar anderen kijken (en hen beoordelen), ze beïnvloeden de verwachtingen binnen het gezin, de studierichting die iemand kiest, de rollen die mensen spelen in advertenties en zelfs de taakverdeling in het huishouden.  

Zelfs mensen met de allerbeste bedoelingen gaan door het leven met een gekleurde, niet-neutrale bril. Begrijpen hoe stereotypen precies werken is de eerste stap om er komaf mee te maken. 

Waar komen stereotypen vandaan? 

Ze komen in elk geval niet uit de lucht gevallen! Al vanaf de geboorte sluipen ze ons leven binnen, onder de invloed van onze naaste omgeving, leerkrachten en medeleerlingen en wat we op onze schermen zien voorbijkomen: 

  • Binnen het gezin: door een meisje een pop of een keukentje te geven en een jongen een vrachtwagen, wordt er onbewust aangeleerd dat verzorging ‘het domein van de vrouw’ is. 
  • Op school: wanneer leerkrachten jongens aanmoedigen om wetenschappen te kiezen of commentaar geven op de kleding van meisjes, versterken ze de ongelijke verwachtingen. Omgekeerd hebben verschillende experimenten aangetoond dat gendersensitief onderwijs leerlingen aanmoedigt om vraagtekens te zetten bij hun handboeken, de inrichting van lokalen en zelfs de toewijzing van taken in de klas. 
  • In de media: series waarin jongens hun tranen inslikken of advertenties waarin huishoudelijk werk met vrouwen wordt geassocieerd, bestendigen onze denkbeelden al op jonge leeftijd. 

“De taken verdelen? Dat kan gewoon!”  

De 16-jarige Proby woont op het Rwandese platteland. Elke avond deed ze de afwas en de was, en veegde ze de vloer, terwijl haar broers voetbalden. “Mijn moeder zei dat ze me klaarstoomde om een goede echtgenote te zijn”, zo herinnert ze zich.  

Dat verandert volledig wanneer Proby lid wordt van de kinderrechtenclub van haar school. Daar ontdekt ze dat meisjes en jongens dezelfde rechten hebben en dat huishoudelijke taken verdeeld kunnen (en moeten) worden. Gewapend met die nieuwe argumenten gaat ze thuis het gesprek aan. Vanaf nu zijn het haar broers die de vloer vegen en opruimen, zodat zij meer tijd heeft voor haar huiswerk. “We doen de taken om beurten, niemand klaagt en we hebben zelfs meer tijd om samen te spelen”, vertelt ze.  

Inzicht in haar rechten betekende voor Proby dat haar hele gezin de stereotypen achter zich kon laten: “Niet alleen ik zie meer toekomstmogelijkheden, ook mijn broers krijgen meer opties.” 

Gender bias en male bias 

Omdat we al van jongs af aan ingeprent krijgen dat mannen fysiek sterker zijn dan vrouwen, betere leiders zijn dan vrouwen … gaan we hun competenties automatisch hoger inschatten dan die van vrouwen. Mannen worden dus onbewust bevoordeeld, wat de genderkloof verder versterkt. Die ‘male bias’ is het gevolg van de ‘gender bias’: een vaak onbewuste vooringenomenheid of neiging om het ene gender boven het andere te verkiezen. Mannen (vooral dan cisgender en wit) zijn de norm, en wie buiten de norm valt, wordt als uitzondering gezien.  

De broers van Proby doen hun deel van het huishouden. Proby moet niet langer alles alleen doen: vanaf nu werkt het gezin samen en worden de taken eerlijk verdeeld.

Waarom zijn stereotypen schadelijk? 

Clichés beperken ons, ze stoppen ons in een hokje. Jongens worden aangemoedigd om hun emoties te onderdrukken (je hebt de zin “mannen huilen niet” ongetwijfeld al eens gehoord), wat tot angstgevoelens kan leiden en onmacht als het misgaat. Het zijn ook vaak jongens die wetenschappen volgen, terwijl meisjes naar de verzorgende beroepen worden geduwd. Dat beperkt ieders studiekeuze en verankert de genderspecifieke arbeidsverdeling.  

Ja hoor, ook mannen huilen, dat is zelfs heel gezond!

En wanneer studies en jobs samenhangen met één geslacht, zien we de gevolgen in de portemonnee: de loonongelijkheid neemt toe en jonge vrouwen verdienen nog altijd minder dan jonge mannen. Bovendien stuiten non-binaire en transgender personen, die sowieso ondervertegenwoordigd zijn, op nog meer obstakels in hun zoektocht naar werk. Van een onrechtvaardige situatie gesproken …  

Al die stereotypen wegen dus op ieders identiteit. Ze verstikken onze emoties, ondermijnen ons zelfvertrouwen en beperken ons bij het uittekenen van onze eigen toekomst. 

En wat als we die stereotypen konden ontmantelen? 

Goed nieuws: we kunnen al die clichés wel degelijk in vraag stellen en terzijde schuiven. Dat kan op meerdere manieren: 

  • Jezelf afvragen waar een ‘regel’ vandaan komt, door alles in vraag te stellen: “Waarom is dit een typisch mannenberoep?”  
  • Spelen met representatie, door bijvoorbeeld vrouwelijke ingenieurs of mannelijke kleuterleiders naar voren te schuiven. 
  • Een atypische carrière in de kijker zetten: een meisje dat aanvoerder is van een voetbalteam, een jongen met een passie voor ballet ... Zo worden de grenzen verlegd van wat er mogelijk is: hoe vaker die uitzonderingen zichtbaar zijn, hoe sneller ze de nieuwe norm zullen worden. 
  1. Discriminatie op basis van gender

We spreken van genderdiscriminatie wanneer iemand wordt benadeeld omdat die persoon wordt geïdentificeerd als vrouw, man, non-binair, intersekse of trans. Dat gaat van kleinerende opmerkingen tot het uitsluiten van huisvesting, werk of gezondheidszorg.  
 
Onderdrukking betekent dat een dominante groep anderen structureel uitbuit. Het blijft niet bij afzonderlijke handelingen – dit alles is ingebed in een breder systeem van onrechtvaardigheid. 

Dus kunnen we niet om de olifant in de kamer heen: het patriarchaat. Achter dat, eerder theoretische, concept gaat een heel concreet mechanisme schuil: een sociaal model dat de (vooral cisgender) man bovenaan in de machtspiramide plaatst, waar hij het vermogen heeft om invloed uit te oefenen, toegang krijgt tot middelen en niet alleen zijn eigen leefwereld definieert, maar ook die van anderen.  

Met andere woorden: het patriarchaat bepaalt wie de micro vasthoudt, wie het hoogste loon krijgt en wie zich veilig kan voelen in de openbare ruimte. Cisgender mannen doen hun voordeel met vaak onzichtbare privileges: er wordt vaker naar hen geluisterd, hun expertise wordt op prijs gesteld en afwijkend gedrag wordt geminimaliseerd. 

Het is essentieel om dit systeem als dusdanig te benoemen. Want dat herinnert ons eraan dat discriminatie niet ‘per ongeluk’ plaatsvindt of het resultaat is van kwaad opzet van enkele individuen. Neen: discriminatie past in een kader dat deze ongelijkheden normaliseert en dus onzichtbaar maakt. Inzicht in die structurele logica is de eerste stap in het loskomen van die stereotypen en het eerlijk herverdelen van rechten, stemmen en kansen. Eén op de drie meisjes of vrouwen wereldwijd is het slachtoffer van geweld. Een onvoorstelbaar cijfer dat de omvang van het probleem benadrukt, net als de dringende noodzaak om actie te ondernemen. 

De belangrijkste vormen van discriminatie 

Om te illustreren welke vormen dit systeem in ons dagelijks leven aanneemt, vind je hieronder een tabel met de meest voorkomende vormen van discriminatie en hun concrete impact. Soms gaat het om microagressies: opmerkingen, houdingen of gedragingen die vaak als onschuldig of onbedoeld worden gezien, maar die, doordat ze steeds herhaald worden, de stereotypen versterken en bijdragen tot uitsluiting. 

Seksisme

Definitie: Mensen worden nadelig behandeld omdat ze als meisje of vrouw worden gezien. 

Voorbeeld: Wanneer een vrouw haar zwangerschap aankondigt, wordt er een rem op haar carrièrekansen gezet. Haar mannelijke collega, jong en cisgender, maakt net meer kans op promotie. 

Transfobie

Definitie: Angst voor, het afwijzen van of geweld tegen transgender personen. 

Voorbeeld: Een trans vrouw wordt niet aangenomen voor de job omdat “ze niet binnen het team zou passen”. 

Misgenderen of vrijwillige deadnaming

Definitie: Het herhaaldelijk gebruik van een verkeerd voornaamwoord of van de voornaam die een persoon bij de geboorte heeft gekregen om diens huidige identiteit te ontkennen. 

Voorbeeld: Een non-binaire leerling die met ‘hen’ wil worden aangesproken, systematisch ‘hij’ blijven noemen. 

Kortom, deze tabel toont aan dat de mechanismen die cisgender mannen (dankzij hun economische en symbolische privileges) een beduidende voorsprong geven, dezelfde zijn als de mechanismen die mensen uit de FLINTA-groep marginaliseren (Female, Lesbian, Intersex, Non-binary, Trans of Agender). 

Wanneer meerdere onderdrukkende factoren samenkomen, weegt die uitsluiting nog zwaarder door. Dat noemen we intersectionaliteit en zien we wanneer bijvoorbeeld een trans vrouw met Afrikaanse roots zowel te maken krijgt met seksisme, transfobie als racisme. Bij die structurele uitsluiting gaat het niet om geïsoleerde incidenten, maar om een web van instellingen, wetten en sociale normen die de toegang tot middelen en de mogelijkheid om macht uit te oefenen, voor bepaalde groepen blokkeren. 

Lagere lonen, uitsluiting of minder kansen op tewerkstelling … De arbeidsmarkt is niet altijd inclusief tegenover vrouwen, transgender of non-binaire personen.

Voorbeelden van stereotypen op drie domeinen 

Om de impact van stereotypen op ons dagelijks leven te meten, bekijken we enkele concrete gevallen op school, op de werkvloer en inzake veiligheid in de openbare ruimte. Deze cijfers spreken alvast voor zich: 

Onderwijs

Waaruit blijkt de ongelijkheid? Globaal genomen besteden meisjes tussen 5 en 14 jaar 40% meer tijd aan onbetaald huishoudelijk werk (160 miljoen uur) dan jongens. 

Wat is het gevolg? Meisjes en vrouwen besteden meer tijd aan het huishouden dan mannen, waardoor er minder tijd overblijft voor hun studies en ze het moeilijker hebben om voor bepaalde jobs te kiezen. 

Werkgelegenheid

Waaruit blijkt de ongelijkheid? Jonge vrouwen hebben minder toegang tot leidinggevende posities en een gelijk loon. Wereldwijd bekleden vrouwen slechts 26% van de parlementszetels. 

Wat is het gevolg? Meisjes en vrouwen verdienen vaak minder dan mannen. Velen onder hen hebben geen regelmatig of fatsoenlijk inkomen. 

 

Gezondheid & Veiligheid

Waaruit blijkt de ongelijkheid? In België is 91% van de meisjes al seksueel geïntimideerd op straat. In de Verenigde Staten werd 25% van de trans volwassenen al gedeadnamed (bij hun vroegere voornaam genoemd) of gemisgenderd door medisch personeel. 

Wat is het gevolg? Meisjes en vrouwen leven voortdurend onder stress, raken sociaal geïsoleerd en lopen het risico op fysiek geweld. 

 

Toxische mannelijkheid: waarom iedereen de prijs betaalt 

De laatste tijd zien we een heropleving van een masculien discours, mede dankzij de grote techbedrijven. Zo stelde Mark Zuckerberg, oprichter van Facebook, in januari 2025 in een podcast dat bedrijven ‘ontmand’ waren geraakt en dat agressie noodzakelijk is om de mannelijke energie op de werkvloer te herstellen.  

Tegelijkertijd besloot Meta haar programma's om diversiteit op haar platforms te garanderen, af te schaffen. Het algoritme is sindsdien gunstig ten opzichte van influencers die advies geven over “hoe je (weer) een alfaman wordt”, wat neerkomt op minachting voor emoties, financiële dominantie en vaak openlijke vrouwenhaat. 

Tijdens een mars houdt iemand een bord omhoog met de Engelse tekst “trans mensen zijn geen bedreiging, transfobie is dat wel”.

Zo ontstaat er een sneeuwbaleffect: virtuele masculiene kringen voeden de collectieve angst om “privileges kwijt te raken”, wat het idee van een mannelijke identiteitscrisis versterkt. Dat uit zich in de toxische uitspraken en opinies die we horen op de speelplaats, in kleedkamers of in de politiek, en die de weerstand tegen de rechten van vrouwen en lgbtqia- personen moeten rechtvaardigen. 

Om door dat pantser van toxische mannelijkheid te breken, moeten we actie ondernemen op meerdere niveaus: 

  • Het probleem benoemen: erkennen dat toxische mannelijkheid geen mannelijkheid ‘als zodanig’ is, maar een beperkende versie die iedereen schaadt.  
  • Andere modellen voorstellen: mannen waarderen die hun mannelijkheid op een open en gelijkwaardige manier beleven, hun emoties uiten, hun aandeel doen in het huishouden of een beroep in de zorg kiezen.  
  • Leren wat emoties zijn: workshops organiseren op school, zodat meisjes en jongens verdriet, angst of vreugde kunnen herkennen en onder woorden brengen zonder te oordelen. 
  • Platformen hun verantwoordelijkheid laten opnemen: eisen dat sociale netwerken een gelijkwaardig discours bevorderen en de verspreiding tegengaan van vrouwonvriendelijke content of content die haatdragend is tegenover minderheden.  

Door de ideologie van toxische mannelijkheid te deconstrueren, ontstaat er ruimte voor alle genderidentiteiten: jongens kunnen hun emoties tonen zonder zich te schamen, meisjes en queer personen kunnen zonder gevaar buiten de lijntjes kleuren en het collectieve welzijn van de hele maatschappij gaat erop vooruit. 

Kader: Gender & mensenrechten: gelijkheid tegen 2030? 

In 2015 hebben de Verenigde Naties de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG's) aangenomen. Het gaat om 17 mijlpalen waar landen tegen 2030 naar streven, zoals het uitroeien van armoede, het beschermen van de planeet en welvaart garanderen voor iedereen. SDG 5 plaatst gendergelijkheid centraal, omdat economische of ecologische vooruitgang zinloos zijn als de helft van de mensheid discriminatie blijft ondervinden. 

Toch blijft de huidige situatie zorgwekkend. Meer dan 60 landen beperken nog steeds de vrijheid van meningsuiting of vereniging voor lgbtqia+-personen. Bovendien blijft gendergerelateerd geweld een hardnekkig probleem, en dat over de hele wereld.  

De Yogyakarta-beginselen (opgesteld in 2006 en verder aangevuld in 2017) benadrukken nochtans dat de bestaande mensenrechten onverminderd van toepassing zijn op iedereen, ongeacht de seksuele oriëntatie, genderidentiteit en -expressie en seksuele kenmerken. Deze beginselen dienen als referentie voor advocaten en activisten bij het beoordelen van wetten en beleid.   

  1. Zo bestrijd je seksisme en genderstereotypen

In een ideale wereld is gendergelijkheid vanzelfsprekend: iedereen zou vrij moeten zijn om een studie, beroep en look te kiezen en om zich uit te spreken, zonder sociale of wettelijke obstakels. Macht, middelen en respect zouden gelijk verdeeld moeten zijn over alle genderidentiteiten. 

Maar zolang er patriarchale normen blijven bestaan en onze wetten, media en gewoonten hier diep in geworteld zijn, blijft gelijkheid een doel dat we nastreven. Het is nog geen realiteit. 

Strijd voor meer rechten 

Om intenties om te zetten in acties moeten er enkele zaken hoger op de agenda komen: 

  • De wettelijke erkenning van transgender, non-binaire en/of fluïde genderidentiteiten in alle officiële documenten.   
  • Universele toegang tot seksuele, reproductieve en genderbevestigende gezondheidszorg, zonder dat de betrokkenen gepathologiseerd worden (als ziek worden beschouwd) of extra kosten moeten betalen. 
  • Daadwerkelijke gelijke verloning en een eerlijke verdeling van huishoudelijke taken. 
  • Volledige bescherming tegen gendergerelateerd geweld, ook online, en asielrecht voor mensen die vervolgd worden vanwege hun genderidentiteit of seksuele geaardheid.  

Vijf praktische manieren om seksisme te bestrijden 

De vijf maatregelen tegen genderstereotypen die we hier opsommen, zijn eenvoudig en doeltreffend. Als we ze allemaal toepassen, kunnen we ervoor zorgen dat seksisme definitief van het toneel verdwijnt. Het is aan jou en de mensen in je omgeving om het verschil te maken, stap voor stap! 

  1. Inzicht in de materie 
    Lees meer over dit onderwerp. Het artikel Waarom we het over mannelijkheid moeten hebben legt bijvoorbeeld uit hoe mannelijke normen seksisme aanwakkeren. 
    Neem deel aan workshops op basis van onze  handleiding om gendergerelateerd geweld in de sportwereld aan te pakken. Het doel is om dit geweld te voorkomen, wederzijds respect aan te leren en een inclusieve teamgeest op te bouwen. 
  2. Aanpassingen in het onderwijs 
    Weg met die genderspecifieke beroepskeuzes: nodig vrouwelijke werfleiders en mannelijke vroedvrouwen uit in de klas om er hun verhaal te doen. 
    Werp een kritische blik op handboeken, afbeeldingen en evaluatietools en filter de clichés eruit.  
  3. Maatregelen op de werkvloer 
    Eis transparante barema’s en eerlijk ouderschapsverlof. 
    Stel een beleid op waarin grensoverschrijdend gedrag niet wordt getolereerd en waarin lgbtqia+-personen expliciet worden beschermd.  
  4. Reactie op microagressies 
    Dien mensen die een seksistische grap maken, meteen van antwoord. 
    Gebruik de juiste voornaamwoorden en corrigeer mensen die een ander misgenderen.  
  5. Lobbywerk en actieve steun 
    Bied je steun aan lokale organisaties, zoals Çavaria, de Vlaamse organisatie die partner is van Plan International België en opkomt voor de rechten van lgbtqia+-mensen, of neem deel aan SOGIESC-workshops en -lezingen. 
    Onderteken petities, schrijf je politiek vertegenwoordigers aan en neem deel aan marsen voor gelijkheid. 

De som van kritische inzichten, burgeracties en ingrijpende aanpassingen van instellingen leidt tot een domino-effect: elk stereotype dat op de schop gaat, maakt de ruimte veiliger en vrijer voor alle genderidentiteiten 

  1. Plan International verandert de spelregels

Veel ngo's zetten zich in voor gendergelijkheid. Dat doen ze op twee manieren: ze versterken niet alleen de stemmen van de betrokkenen, maar slaan ook bruggen naar de beleidsmakers.  

Jongeren zijn vaak de drijvende kracht achter hun acties: ze bedenken campagnes op sociale netwerken, houden een spreekbeurt over gender in de klas en roepen lokale overheden op om openbare ruimten veiliger te maken. Die collectieve energie ruimt institutionele obstakels uit de weg en maakt realiteiten zichtbaar die maar al te vaak worden genegeerd. 

Oproep tot verandering 

Op de weg naar gendergelijkheid doet Plan International een oproep tot verandering. Het doel is niet om ongelijkheden te compenseren, wel om de sociale normen en machtsstructuren die hieraan ten grondslag liggen, te wijzigen.  

Dat komt hierop neer: 

  • Stereotypen vanaf de kindertijd ter discussie stellen: interactieve workshops, rollenspelen, kritische blik op schoolboeken. 
  • Het leiderschap van meisjes en non-binaire personen versterken: opleidingen aanbieden rond spreken in het openbaar, mentorschap, deelname aan leerlingenraden. 
  • Jongens en mannen betrekken: gesprekken houden over mannelijkheid, waarbij de voordelen van een meer egalitaire samenleving voor iedereen worden benadrukt. 

Benieuwd naar onze initiatieven waarin we gender nu al centraal stellen? Ga dan naar onze Engelstalige pagina’s over lgbtqia+-inclusie en het standpunt van Plan International over SOGIESC-rechten. 

Daarnaast zet onze organisatie concrete acties op touw. Zo zijn er deze drie projecten in België en in Afrika:  

  • Champions of Change: gemengde groepjes jongeren ontleden genderclichés, ze organiseren genderneutrale voetbalwedstrijden, maken een podcast over toestemming ... In België besloot een school in Luik haar mening over gendergelijkheid te verkondigen door middel van slam, rap en een muurschildering. 
  • Genderschool: een school in Oostende doet de test. Ze passen hun kledingreglement aan, maken hun toiletten genderneutraal en vullen hun lessen aan met gesprekken over seksuele en reproductieve rechten. 
  • School voor echtgenoten: in Niger nemen (aanstaande) echtgenoten deel aan workshops over toestemming, een gelijke verdeling van huishoudelijke taken en het ondersteunen van schoolgaande meisjes. Zo worden de patriarchale normen binnen het gezin aan het wankelen gebracht. 

Doordat we met deze initiatieven inzetten op voorlichting en betrokkenheid, en machtsverhoudingen in vraag stellen, kunnen we het zaadje planten voor een wereld waarin elke genderidentiteit zich vrij kan ontplooien.  

Zin om samen met ons het verschil te maken

Dankzij de School voor echtgenoten leren getrouwde of verloofde mannen, zoals Seyni, hoe ze gendergelijkheid, gezondheid en welzijn binnen het gezin kunnen verzekeren.

FAQ

Wat is gender?

De term ‘gender’ slaat op de rollen, normen en uitdrukkingswijzen die een samenleving associeert met vrouwelijke, mannelijke of non-binaire identiteiten. Gender varieert naargelang verschillende culturen en tijdperken, in tegenstelling tot het biologisch geslacht dat alleen de anatomie beschrijft. 


Hoeveel genders zijn er?

Naast ‘vrouwen’ en ‘mannen’ zijn er ook non-binaire identiteiten, agender, genderfluïde en bigender personen, maar ook transgender (wanneer de identiteit verschilt van het toegewezen geslacht) en cisgender mensen (wanneer geslacht en gender overeenkomen). Elke identiteit kan een vrouwelijke, mannelijke of neutrale uitdrukking en zelfgekozen voornaamwoorden omvatten.

Wat betekent non-binair?

Een non-binaire persoon voelt zich niet exclusief vrouw, noch exclusief man. Die bevindt zich ergens tussen de twee, kan naargelang het moment meer tot een van beide identiteiten worden aangetrokken of binariteit resoluut afwijzen. Sommigen kiezen het neutrale voornaamwoord ‘die’ of ‘hen’, anderen wisselen af tussen ‘hij’ en ‘zij’. 

Wat zijn genderstereotypen?

Genderstereotypen zijn collectieve, pasklare opvattingen – “meisjes zijn lief”, “jongens zijn sterk” – waarbij emoties, kleuren, beroepen of hobby's in een specifiek hokje worden geduwd. Die clichés beperken keuzemogelijkheden, versterken loonverschillen en wakkeren gendergerelateerd geweld aan.

Wat is genderdiscriminatie?

Er is sprake van genderdiscriminatie wanneer mensen slechter worden behandeld of kansen missen als gevolg van hun identiteit of genderexpressie. Denk aan seksisme bij de aanwerving, medische transfobie of herhaaldelijk misgenderen. Deze discriminatie treft vooral personen uit de FLINTA-groep (Female, Lesbian, Intersex, Non-binary, Trans of Agender) en verergert bestaande ongelijkheden.

Hoe kan ik bijdragen aan gendergelijkheid?

We kunnen gelijkheid waarmaken door te leren, door normen in twijfel te trekken, schoolboeken en salarissen aan te passen, door voornaamwoorden te respecteren, veilige ruimten te creëren en door de wetten en verenigingen te steunen die al die identiteiten verdedigen.